Van de spinnen en ratten in mijn bed tot de bloedzuigers tussen mijn tenen, het waren stuk voor stuk bijzondere ontmoetingen met de plaatselijke bewoners van het land waar we op dat moment waren. Mijn hart ging er af en toe sneller van kloppen, niet altijd om de juiste redenen. Gelukkig ben ik niet gauw bang voor dieren. Zo dook ik met haaien en had ik vroeger ratten als huisdier.
Al van jongs af aan nemen dieren een belangrijke plaats in, in mijn leven. Ik wilde dan ook niets liever dan dierenarts worden en toen dat niet lukte werd ik vrijwilligster op de dierenambulance. Gelukkig gaan reizen en mijn liefde voor dieren ook perfect samen! Een aantal ontmoetingen maakten een grote indruk op mij en wil ik om die reden graag met jullie delen.
Wonderlijke (onder)waterwereld
Laat ik beginnen met de walvissen – Sperm Whales – in Kaikoura, Nieuw-Zeeland. Ondanks dat we maar een klein deel van de lichamen aan het wateroppervlak zien verschijnen, ben ik onder de indruk van hun grootte. Onze boot, met een lengte van 18 meter, is er niets bij. De schipper vertelt ons dat het record adem inhouden staat op maar liefst 2 uur en 47 minuten en dat de diepste duik ooit gemeten, een indrukwekkende 3195 meter bedraagt. En dat met zulke gigantische lichamen. Wauw. Het is een bekend plaatje: de uit het water stekende staart van een walvis terwijl deze weer onderwater duikt. Maar als je het dan zelf ziet, in een prachtige omgeving als deze, dan kun je alleen maar heel stil zijn en ademloos toekijken.
Ik heb al van jongs af aan een fascinatie voor persluchtduiken. Dus toen ik in Groningen studeerde, werd ik lid van een duikvereniging en leerde eindelijk zelf duiken. Er ging een hele nieuwe wereld voor me open. Sindsdien heb ik al vele mooie duiken mogen maken en mijn liefde voor de natuur en het dierenrijk voortgezet onder water. Mijn mooiste duik tot op heden maakte ik op Palau Sipadan (Borneo), waar ik dook tussen ontelbare prachtige vissoorten, haaien en reusachtige zeeschildpadden. Een lang gekoesterde wens kwam daarmee uit, want zeeschildpadden hebben een speciaal plekje in mijn hart. Met hun sterke voorpoten gebouwd voor een leven in zee. Deze ietwat lomp ogende dieren, zwemmen verrassend sierlijk en relaxed door het water. Heel relaxed. Ik kan echt uren naar ze kijken zonder verveeld te raken. Het is dat de lucht in mijn tank maar een beperkte tijd meegaat.
Oude zielen
In het Semenggoh Wildlife Rehabilitation Centre op Borneo, stond ik oog in oog met heel andere dieren: twee volwassen Orang Oetans. Beiden droegen een kleintje met zich mee, een schitterend gezicht. Terwijl de moeders in een boom kokosnoten aten en toegeworpen bananen vingen, klommen en slingerden de kleintjes er fanatiek op los. Zo dicht bij! En alsof we er niet waren, kwam het viertal vervolgens ook nog naar beneden. Zo sterk. Zo lenig. De afstand tussen ons was niet meer dan 2 meter, ik kon de rimpels op hun leerachtige vingers tellen. De intense, alwetende blik in hun ogen raakten mij. Oude zielen in het heden.
Knuffelbaar
Ooit maakte ik op de basisschool een werkstuk over kangoeroes, toen al vond ik het prachtige dieren. Dat ik ze in Australië van heel dichtbij in het wild kon bewonderen, was voor mij dan ook heel speciaal. Ze scharrelden rustig rond de tent, hoppend van graspol naar graspol. Eenmaal op snelheid zijn ze niet bij te houden en lijken haast te zweven. Zonder enige moeite, met grote souplesse. Mijn symbool voor kracht en vrijheid. Niet gek dus dat ik ter herinnering aan onze jaar durende reis een kangoeroe liet tatoeëren op mijn pols.
Naast de kangoeroe kent Australië nog een prachtig dier: de koala. Dit askleurige buideldier lijkt nog het meest op een levende knuffelbeer, met zijn zachte vacht en schattige ogen. Maar zijn scherpe klauwen laten zien dat hij zich ook stevig in iets vast kan nagelen. Zoals in de stam van een Eucalyptusboom, waar ze in de top gestaag op de blauwgroene bladeren kauwen. Een prachtig gezicht en best bijzonder, want dit dier is al een paar keer met uitsterven bedreigd. Ik zie de dieren liever in hun natuurlijke omgeving, maar mijn ontmoeting met “Ash” was heel speciaal. Knuffelbaarder wordt het niet.
Ofidiofobie (slangenangst)
Ik ben geen fan van slangen, als kind was ik al bang voor ze. Zeker wanneer ze ineens voor mijn voeten door het Franse droge gras schoten of naast me in de Tarn zwommen. De Python die ik in Vietnam om m’n nek kreeg – iets wat ik overigens nooit, maar dan ook echt nooit zou doen en uiteindelijk dus toch deed – maakte me dan ook wat minder blij. Het dier is zwaar en, tegen mijn verwachting in, totaal niet glibberig. Wat een kracht in dit soepele lijf. Onvoorstelbaar. Terwijl zijn hoofd op me afkomt, merk ik dat terugduwen totaal geen zin heeft. Het kost hem geen enkele moeite om zijn weg te vervolgen. Ik maak geen enkele kans en dat is best beangstigend. Het duurt nadien dan ook even voordat mijn handen niet meer trillen. Heel gaaf en stoer. Achteraf…
Vertedering
Tijdens mijn verblijf op Quambetook, een cattle station in Australië, vond een wel heel bijzondere en intieme ontmoeting plaats. Terwijl ik te paard meehielp het vee bijeen te drijven, werd ik op de voet gevolgd door een pasgeboren kalfje. Geen moment week het dier van mijn zijde, denkend dat het paard zijn (of haar) moeder was. Zo vertederend.
Het blijft fantastisch om dieren in het wild te spotten. Sommigen angstaanjagend, anderen schattig. Maar mooi (of is uniek een beter woord) zijn ze allemaal, wat mij betreft althans. Wat was jouw meest bijzondere ontmoeting met een dier?
Tekst en fotografie: 4kidsopreis